Marenland heeft veel stagiaires op de verschillende scholen. We hebben een eigen bureau (kwaliteitsbureau Marenland) dat de stages op onze scholen coördineert. Het bureau stuurt ook het project ‘Opleiden in de school’ (OPLIS) aan. In dit project werken we samen om de begeleiding van leraren op de scholen te verbeteren. Invallers en startende leerkrachten profiteren hiervan. Alle scholen van Marenland nemen deel aan dit project en hebben een opleider in de school.

kwaliteitsbureau marenland          

Het bureau heeft onder andere tot taak zoveel mogelijk werk weg te nemen bij de scholen als het gaat om plaatsing, coördinatie en problemen rondom stages. Verder brengt het de kwaliteit van de stages op een hoger kwaliteitsniveau en worden dossiers aangelegd van stagiairs die in de nabije toekomst voor Marenland interessant zijn als het gaat om het vervullen van vacatures. Het bureau is intermediair tussen stageaanbieder en stageontvanger. De scholen hoeven door deze structuur niet meer afzonderlijk in overleg met de pabo en roc’s. Het bureau zorgt ervoor dat de stages gestructureerd en overzichtelijk worden aangeboden en onderhoudt daarvoor contacten met moederscholen en met de scholen van Marenland.

stagestructuur

Het beoordelen van een stage moet gedegen en betrouwbaar zijn. Om dit te waarborgen heeft Marenland de volgende structuur ontwikkeld:

School                                                                                                                                  

De school bespreekt met het team hoeveel en wat voor studenten gewenst zijn. Deze informatie wordt doorgegeven aan het kwaliteitsbureau. De school neemt uitsluitend stagiaires aan die binnenkomen via het kwaliteitsbureau. De school hoeft geen energie te steken in het overleg met de moederscholen van de stagiaires.

Coach                                                                                                                                                                                                                                                                   

De coach (leerkracht) begeleidt de stagiair in de groep. De coach is eerste aanspreekpunt voor de stagiair en heeft onder meer tot taak de stagiair te wijzen op sterke en ontwikkelpunten. De coach heeft ook een signaleerfunctie: hij of zij houdt in de gaten of een student zich voldoende ontwikkelt en serieus met zijn taak bezig is. Als dit niet het geval is, neemt de coach contact op met de directeur van de school en met de oplisser om aan te geven dat de stage niet goed verloopt. Er kan contact opgenomen worden met de stagebegeleider van de moederschool van de student. Als de stagiair een uitmuntende prestatie levert, geeft de coach dit ook door aan de directie en de oplisser. We vinden het wenselijk dat een coach professioneel coacht. Een coachcursus is op dit moment nog niet verplicht, maar wel gewenst.

Oplisser                                                                                                                                                                                                                                                                    

De oplisser is de begeleider van de coach en de student. Hij of zij heeft daarvoor een opleiding gevolgd. Het streven is dat een oplisser tussen de 15 en 25 stagiairs onder zijn hoede heeft. Dit zijn vrijwel altijd stagiairs op meerdere scholen. De oplisser geeft de stagewensen van zijn scholen aan het stagebureau door. De oplisser bespreekt met de schooldirecteur wat er precies van hem wordt verwacht en hij/zij zorgt ervoor dat de coach zijn taken goed uitvoert. Als er problemen zijn, licht de oplisser direct de directeur van de school en het kwaliteitsbureau in. Het kwaliteitsbureau neemt contact op met de moederschool. De oplisser is er verantwoordelijk voor dat het stagecontract en beoordelingsformulier voor iedere student wordt ingevuld en naar het kwaliteitsbureau wordt gestuurd.

OPgeven van een stageplaats

Aanmelden van een stagiair gebeurt bij voorkeur door een stagebegeleidende docent. Graag ontvangen we via stage@marenland.org de volgende informatie over de stagiair: opleiding, naam, leeftijd, stageperiode, stagedagen, inhoud van de stageopdracht, naam van de stagebegeleider, naam of namen van mogelijke stagescholen, en het e-mailadres en telefoonnummer van de stagiair.

 

Verhaal uit de praktijk

 

 

Schoolbestuur Marenland investeert veel in de begeleiding van stagiaires en startende leerkrachten. Dat is hard nodig, want de uitval onder eerstejaars studenten van de Pabo’s en onder startende leerkrachten is landelijk hoog. In Marenland komen ze in een warm bad. Zo wordt de kans groter dat ze behouden blijven voor het onderwijs. Tegelijkertijd zorgt de intensieve begeleiding ervoor dat de kwaliteit van het onderwijzend personeel in Marenland hoog blijft. Het mes snijdt dus aan twee kanten. In gesprek met Larissa Koning, oud-stagiair en beginnende leerkracht in Marenland, over het belang van een goede start in het onderwijs.

Plezier in stage cruciaal

“Ik heb al mijn stages op Marenlandscholen gedaan”, vertelt Larissa. “De eerste was in Spijk op de Fiepko Coolman. Een kleine dorpsschool. Ik heb het daar ontzettend naar mijn zin gehad.” Zo’n fijne eerste stage is belangrijk. “Ik heb om mij heen genoeg eerstejaars gezien die na een minder geslaagde start in het onderwijs zijn gestopt met de opleiding. Plezier hebben en houden in je opleiding valt of staat met je stages.” Leerkrachten die de stagiaires begeleiden spelen daarin een cruciale rol. Marenland zet in hun begeleiding daarom vooral in op een open houding. Stagiaires moeten de vrijheid krijgen om het op hun manier te doen en niet gelijk in een keurslijf worden gestopt. “Voor mij was de eerste stage daardoor een bevestiging dat ik echt verder wilde in het onderwijs”, stelt Larissa.

Kwaliteitsbureau Marenland

Marenland heeft het Kwaliteitsbureau dat naast stimuleren en ontwikkelen van al het vaste personeel ook verantwoordelijk is voor alles wat met stages te maken heeft. Het Kwaliteitsbureau coördineert en ondersteunt de OPLISsers (opleiders in school), die op hun beurt de leerkrachten ondersteunen bij het begeleiden van stagiaires. Het bureau onderhoudt de contacten met de moederscholen van de stagiaires, regelt alle formaliteiten rond plaatsing en beoordeling van stagiaires en bemiddelt bij problemen. Ook bouwt het Kwaliteitsbureau van iedere stagiaire een dossier op, waardoor duidelijk wordt waar hun kwaliteiten liggen en waar nog aan gewerkt moet worden. Deze voor het onderwijs unieke constructie werpt zijn vruchten af. Niet alleen worden de Marenlandscholen zelf ontzien als het gaat om het regelwerk rond stages. Ook heeft Marenland talentvolle stagiaires met een neus voor onderwijs, zoals Larissa, goed in beeld. Larissa vond als stagiaire vooral de persoonlijke benadering van het Kwaliteitsbureau prettig. “Ze leren je echt kennen. Dat is natuurlijk in de eerste plaats fijn, maar je bouwt er zelf ook direct een waardevol netwerk mee op. Daarnaast merkte ik aan het begin van mijn opleiding al dat de communicatie tussen mijn school en Marenland goed was. Ook medestudenten hebben dat vaak aangegeven.”

Vangnet voor startende leerkrachten

Dit schooljaar is Larissa gestart als leerkracht op De Vuurvlinder in Appingedam. “Op deze school heb ik ook mijn afsluitende stage gedaan. Voor mij was het een mooie kans om hier na mijn opleiding te kunnen blijven.” De begeleiding vanuit het Kwaliteitsbureau is er voor Larissa nog steeds. “Als startende leerkracht loop je tegen veel zaken aan waar de Pabo je niet op kan voorbereiden. Oudergesprekken voeren is bijvoorbeeld lastig, omdat zich soms onvoorziene situaties voordoen. Gelukkig zit ik in een fijn team, dat me kan ondersteunen. Maar ook het Kwaliteitsbureau is altijd bereid om je verder te helpen. Naast groepsbezoeken organiseert het Kwaliteitsbureau ook driemaal per jaar bijeenkomsten voor starters, waar je inspiratie op doet en ervaringen kunt uitwisselen.” De begeleiding vanuit het Kwaliteitsbureau voor startende leerkrachten loopt door tot en met het derde jaar als de leerkrachten Basisbekwaam zijn geworden. “Je springt in Marenland echt niet in het diepe ”, besluit Larissa.